Iedere ouder zal zijn kind iets anders wensen bij de geboorte. Van olympisch goud tot een professoraat en van opvolger in de zaak tot als hij maar gelukkig wordt.
Ik zou het ieder kind wensen én gunnen plezier te hebben in bewegen. En dan niet met het doel om topsporter te worden maar gewoon, om een lijf te hebben dat kan leren springen, traplopen, fietsen, huppelen, schrijven, zwemmen enzovoort. Daar heb je een leven lang plezier van. Maar hoe bereik je dat?
Voorop gesteld, ieder kind is anders, de een zal wat handiger zijn dan de ander. Of wat sportiever. Maar wat er in zit, wil je er uithalen. Dat kan door het kind, vanaf zijn geboorte, onbelemmerd te laten oefenen. Want het proces van eindeloos oefenen en proberen, onderzoeken en herhalen, geeft de pasgeboren baby een schat aan informatie over zijn eigen lijf en zijn omgeving en is de noodzakelijke basis om later meer complexere bewegingsvormen onder de knie te kunnen krijgen.
Door de baby in de gelegenheid te stellen dit proces in al zijn fases, onbelemmerd, in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier te doorlopen, geef je hem de kans zich optimaal te ontwikkelen.
Deze optimale (senso)motorische ontwikkeling geeft de grootste kans op plezier in bewegen.
Och, arme stumper, dacht een man, die een prachtige vlinder zag worstelen om zich uit zijn cocon te bevrijden. De man besloot de vlinder te helpen.
Hij pakte een klein zakmesje en sneed uiterst voorzichtig het weefsel los. De operatie lukte. De vlinder was bevrijd. Liefdevol nam de man de vlinder op zijn hand en gooide hem in de lucht.
De vlinder dwarrelde echter hulpeloos naar beneden. Waarom? Omdat het worstelen uit de cocon een noodzakelijk onderdeel van de geboorte van een vlinder is. Alleen zo kan een vlinder zich sterken om te vliegen. De hulp aan de vlinder betekende zijn ondergang. Berthold Gunster