Over het nut van een sterke en rechte rug is iedereen het wel eens.
Hoe krijg je een sterke rug?
Door je rugspieren te trainen. Spieren train je door ze te gebruiken. Door ze aan te spannen en te ontspannen.
Om je rugspieren te trainen lig je meestal op je buik. Om je buikspieren te trainen lig je meestal op je rug.
Onze baby’s liggen tegenwoordig vooral op hun rug. Omdat het advies is baby’s niet op hun buik te laten slapen vanwege de grotere kans op wiegendood én omdat het de gewoonte is geworden baby’s vaak in een stoeltje te leggen. Daarom liggen baby’s vooral op hun rug. Daardoor worden de spieren aan de voorkant van het babylijf aanmerkelijk meer gebruikt dan de spieren aan de achterkant.
Door een baby, als hij wakker is, vanaf de eerste dag ook op zijn buik te leggen, geef je hem de kans zijn nek- en rugspieren te gebruiken en te versterken.
Hoe krijg je een rechte rug?
Onze wervelkolom bestaat uit 24 losse elementen; 7 halswervels, 12 borstwervels en 5 lendenwervels met daaronder het heiligbeen bestaande uit 5 vergroeide wervels en tot slot het staartbeen.
Bekijken we de rug van opzij dan zien we een dubbele S; hol bij de nek, bol bij de schouderbladen, hol in de lendenen en bol bij de billen.
Bekijk je de rug van achteren dan moeten alle wervels recht onder elkaar staan. Als dat niet het geval is spreken we van een scoliose.
De lange rugspieren lopen links en rechts van de wervelkolom, van boven naar beneden.
Wanneer deze lange rugspieren aangespannen worden, zetten ze alle wervels keurig onder elkaar.
Wanneer je op je buik ligt en je heft je hoofd, je armen, je schouders en je benen, dan kun je zelf voelen hoe het met de kracht van jouw lange rugspieren is gesteld.