“Ga maar staan” zeggen we tegen de dreumes en vervolgens pakken we hem onder zijn oksels en zetten hem rechtop.
Een baby van 10 maanden ligt veelvuldig op zijn voeten te sabbelen maar als we hem verschonen pakken we hem bij zijn enkels en tillen hem aan zijn voeten omhoog om de luier onder zijn billen te schuiven.
In onze omgang met jonge kinderen zijn we snel geneigd de bewegingen van het kind over te nemen.
Daar hebben we allerlei redenen voor waarvan tijdsdruk de meest gehoorde reden is. “Het gaat veel sneller als ik het zelf doe.”
Of het inderdaad sneller gaat, weet ik niet zeker maar de kans bestaat dat jij ’s avonds goed moe bent van al dat gesjouw terwijl de kinderen misschien wel energie over hebben dankzij jou.
Jonge kinderen staan in de ontwikkelstand; wat zij zelf kunnen, willen ze ook heel graag zelf doen.
Om ze te ondersteunen in hun ontwikkelingsdrang zouden wij ze de tijd moeten gunnen om dat wat ze zelf kunnen ook daadwerkelijk zelf te laten doen.
Door niet de bewegingen van het kind over te nemen maar door samen te bewegen ontstaat een heel andere dynamiek tussen kind en volwassene.
Door bij kinderen niet alleen gebruik te maken van gesproken taal maar ook onze lichaamstaal in te zetten, creëren we een sterke uitnodiging aan het kind om te bewegen.
Als we willen dat de dreumes gaat staan, zeggen we eerst “Ga maar staan” en als dat voor hem niet genoeg is, kunnen we hem de hand reiken en bemoedigend toeknikken. Vervolgens wachten we en observeren het kind. Gaat het hem lukken of heeft hij ergens een steuntje of een zetje nodig?
Als de 10 maanden oude baby op de commode ligt voor een schone luier: “Doe je benen maar omhoog” en als dat niet genoeg is, leg je jouw onderarm onder zijn beentjes en geeft een klein duwtje zodat hij weet wat de bedoeling is en zodra hij het snapt, doe jij niets meer maar volgt hem in zijn beweging.
De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik dit nooit met een dikke-dunne poepluier doe! Dan pak ik de enkels stevig vast want voor je het weet, zit de poep tot in zijn nek en ben je, qua tijdsinvestering, echt de sigaar.
Ik wil hier nog één voorbeeld aan toevoegen. In en uit de kinderstoel halen, is een pittige klus als je het in je eentje moet klaren: je handen onder de oksels van het kind en maar sjorren net zolang tot die benen op de juiste plaats zitten en bij het uithalen altijd achter de beugel blijven haken.
Onze schoonzoon liet mij zien hoe het ook kan. Hij had behoorlijk last van zijn rug in die tijd en is ook nog eens 2 meter lang. Maar, gek op zijn kinderen dus hij liet zich niet weerhouden.
“Uit” zei onze kleinzoon na het eten. “Even wachten” zei zijn vader. Toen de tijd daar was en vader naast de kinderstoel stond: “OK, ga maar staan” en daar ging dat kleine mannetje. Terwijl zijn vader er naast stond, klom hij zelf uit de kinderstoel. Toen hij op de zitting van de kinderstoel stond, kreeg hij een hand aangereikt, stapte op het tafelblad en zonder dat schoonzoon hoefde te bukken kon hij zijn zoon tegen zich aandrukken en zijn kind uit de stoel halen.
Kinderen, ook de allerkleinsten, snappen ontzettend snel wat er van ze verwacht wordt. Als wij maar de tijd nemen om er om te vragen!
Trouwens, ook ongevraagd weten ze wat de bedoeling is. Wie kent niet het moment waarop je kind het speeltje over pakt in zijn andere hand omdat jij het armpje in de mouw wilt stoppen?!
Hier komen ergonomie en pedagogie prachtig samen. Door rustig te bewegen en door samen met het kind te bewegen, toon je niet alleen respect voor het eigen kunnen van het kind maar ga je ook zorgvuldig om met je eigen lijf. Samen bewegen is goed voor beiden.
Samen bewegen. Omdat interactie meer is dan praten alleen.
Tip: Inga Mol schreef het boekje “Wat zeg je? ” Over het aanraken van baby’s en jonge kinderen. Met illustraties van Beatrijs van Deursen.
ISBN 978 90 352 3160 3