Nu een baby zelf kan bepalen hoe hij de wereld in kijkt, vanaf zijn rug of vanaf zijn buik, nu zal zijn volgende stap zijn zelf te bepalen wáár hij naar kijkt.
Het vergt nog wat oefening om vooruit te komen maar hij heeft al snel door hoe hij om zijn eigen lichaams-as kan draaien als hij op zijn buik ligt. Door zijn gewicht van links naar rechts te verplaatsen en zijn armen steeds een stukje op te schuiven, zo lukt het hem om met zijn hoofd te komen waar eerst zijn voeten lagen. En zo bepaalt hij vanaf nu zelf waar hij naar kijkt. Pivoteren noemen ze dat bij basketbal.
Als een baby in staat is om de hele kamer rond te kijken, komt er een moment dat hij overal op af wil. Maar dat valt nog niet mee. Zijn armen reiken en reiken en reiken, de buik gaat omhoog, er wordt gezucht en gesteund maar er zit totaal geen schot in.
Blijven oefenen is het advies.
De motorische ontwikkeling verloopt van boven naar beneden en van binnen naar buiten. Dus eerst het hoofd, dan het lijf. Eerst de armen, daarna de benen.
Dat is de reden dat zijn armen wel maar zijn benen nog niet weten wat hun taak is bij het tijgeren. Zijn benen hebben nog wat meer tijd en oefening nodig.
Als hij eenmaal doorheeft hoe hij vooruit kan komen (tijgeren) dan gaat hij ook helemaal los. Zijn eigen speelgoed is niet langer interessant. Alles wat niet van hem is, daar gaat hij op af. Alles wat niet vast zit, trekt hij los. Stapels worden omgegooid, stoelpoten gelikt, tijdschriften gescheurd, deuren geopend, trappen beklommen.
Het mag duidelijk zijn, het is uit met onze rust. Baby gaat op onderzoek uit en wij staan op scherp. Gelukkig hebben we de box. Die kan af en toe rust geven aan beide partijen.
Er zijn ontzettend veel varianten van tijgeren. Als ik ooit nog eens tijd en geld heb, ga ik die allemaal filmen. Wordt vast heel komisch.
Er zijn kinderen die niet het tijgeren maar het rollen kiezen om ergens te komen. Mijn neef was er een meester in. Tussendoor stopte hij regelmatig omdat hij zijn koers bij moest stellen. Dan zag je hem spiedend rondkijken: waar is die geit gebleven waar ik naartoe wilde? Ha, daar! Beetje bijdraaien en hup, weg rolde hij weer in een noodtempo.
In deze fase zie je ook heel mooi hoe een baby de diverse houdingen die hij nu beheerst, afwisselt terwijl zijn spel gewoon doorgaat; hij tijgert naar een vergiet, pakt het, sabbelt erop, draait op zijn rug, houdt het vergiet boven zijn hoofd, kijkt door de gaatjes, draait op zijn zij, slaat ermee op de grond enz.
Hoe snel een baby ook kan tijgeren, de volgende fase dient zich aan, omhoog! Van horizontaal naar verticaal. Want uiteindelijk wil iedere baby kunnen staan. Maar dat gaat meestal in kleine stapjes.
Als een baby het tijgeren goed beheerst, zie je hem steeds vaker wat omhoog komen met zijn buik. Soms steunt hij op zijn onderarmen tijdens het tijgeren, soms ligt hij met zijn hoofd op de grond maar heeft hij zijn knietjes onder zich getrokken. Soms zit hij in kruiphouding, schommelt van voor naar achter maar als hij vooruit wil, doet hij dat weer op zijn buik.
Aan de overgang van tijgeren naar kruipen kun je heel goed de vakkundigheid van een baby aflezen. Een baby weet feilloos wanneer hij sterk en behendig genoeg is om te kunnen kruipen. Zolang zijn armen en benen nog niet sterk genoeg zijn om hem te dragen en zijn hersenen nog niet snappen hoe dat moet, je linker arm en je rechter knie naar voren, zolang haalt hij het niet in zijn hoofd om te gaan kruipen. Hij kijkt wel uit!
Goed om te weten dat we zo op ons kind kunnen vertrouwen.