Als een baby al zover gekomen is dat hij dat ingewikkelde kruipen onder de knie heeft gekregen dan is het een fluitje van een cent om te gaan staan. Zou je denken.
Tsja, qua balans blijkt het toch een groot verschil of je op vier of op twee pootjes moet staan. En hoe kom je omhoog?
Sommige baby’s trekken zich, als ze op hun buik liggen, aan de spijlen van de box of van het bed, aan hun armen omhoog en staan dan met twee stijve benen te grijnzen… En wat nu? De waaghalzen laten alles los en storten op goed geluk weer terug op aarde. De angsthazen zetten het op een brullen en worden door ons liefdevol weer teruggelegd.
Het ene kind denkt nu; dat moet anders kunnen en oefent eerst nog een tijdje door voor hij een nieuwe poging waagt om te gaan staan. Het andere kind houdt halsstarrig vol aan zijn methode en vindt uiteindelijk een oplossing.
Andere baby’s doen het in fases. Die spelen bijvoorbeeld staand op hun knieën en kunnen zo ook hele stukken voorwaarts gaan. Een prachtig tussenstation om je balans te oefenen.
Uiteindelijk trekt ieder kind zich ergens aan omhoog en staat dan bij je boekenkast of aan je lage tafel.
In het begin heeft hij nog niet genoeg balans en heeft hij allebei zijn handen nodig om te blijven staan maar al gauw durft hij één hand los te laten om een greep naar je mobieltje te doen. Aanvankelijk is het voldoende om je mobiel af te pakken en een stukje verderop te leggen maar een poosje later loopt hij langs je tafel en zal je een andere oplossing moeten bedenken om je mobiel veilig te stellen.
Voordat een kind los kan lopen, zal het altijd eerst het zijwaarts lopen willen oefenen. Lage tafels en banken zijn daarvoor heel geschikt. In de kinderopvang zijn veel hoge tafels en weinig lage. Het is goed om het lokaal eens rond te kijken op meubels waaraan een kind zich op kan trekken en langs kan lopen.